JOHAN VAN GRINSVEN

Mill-Hillcollege

Zomerschool

Het aantal zittenblijvers in Nederland is enorm. Dat is de laatste tijd uit allerlei rapportages weer eens duidelijk geworden. Nu zijn er zittenblijvers en zittenblijvers. Zoals er lange mensen en lange mensen zijn. Doubleren is vooral dan sneu als een scholier in het voortgezet onderwijs net niet overgaat, in een of twee vakken een fractie te kort komt. Geen wonder dat twee jaar geleden een proef is gestart met de zomerschool: een stoomcursus - vooral in de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde - van twee weken in de zomervakantie voor degenen die hun overgang net gemist hebben. Aan het einde van die twee weken krijgen de deelnemers een herkansing. Uit de proef blijkt dat viervijfde van de deelnemende zittenblijvers van vijftien scholen in deze ultieme poging dusdanig scoren dat ze alsnog overgaan. En zo een heel jaar goed maken in twee weken. Het onderwijs zou veel meer van dit soort maatwerk moeten leveren.
Nu zit er wel een gevaar aan deze proef, die met maar liefst 9 miljoen euro wordt gesteund door het ministerie van Onderwijs. En dat is dat het niet meer om het belang van de zittenblijvers gaat maar om de pecunia. En dat gevaar is niet denkbeeldig. Een middelbare scholier kost de overheid zo’n 6.500 euro per jaar. Alle zittenblijvers bij elkaar in heel Nederland kosten de overheid 500 miljoen euro, zo heeft het Centraal Planbureau uitgerekend. Aan directe kosten. Indirect is deze ’kostenpost’ nog hoger, zo’n 900 miljoen euro. Dat komt omdat die leerlingen een jaar later aan het werk gaan en dus ook een jaar later belasting gaan betalen.
Een groot financieel belang is dus gemoeid met het terugdringen van het aantal zittenblijvers; het moet binnen vijf jaar worden gehalveerd. En bij grote financiële belangen past een minstens zo grote scepsis. Want laten we toch vooral een leerling niet als kostenpost zien en daarop het onderwijsbeleid afstemmen. En laten we evenmin denken dat wanneer het aantal zittenblijvers daadwerkelijk is gehalveerd het Nederlandse onderwijs enorm verbeterd is en recht doet aan de talenten van elk kind. Ivo Mijland uit Oirschot heeft hierover onlangs een gastopinie gepubliceerd in het Eindhovens Dagblad, met een toepasselijke titel: De gouden eieren van Dekker.
In deze regio gaat in ieder geval het Mill-Hillcollege in Goirle deze zomer meedoen aan de proef van het ministerie.

Carin kookt

Carin Zandbergen is in het dagelijks leven rector van het Mill-Hillcollege in Goirle. Aan die baan heeft ze ongetwijfeld haar handen vol. Toch heeft de Tilburgse nog tijd over voor hobby’s, waarvan koken er een is. Sinds 1988 kookt ze tijdens elk groot voetbaltoernooi waaraan het Nederlands elftal meedoet op de speeldag van Oranje een gerecht uit het land van de tegenstander. Ze vertelt er uiterst smakelijk over in de krant van vandaag. Een voorproefje staat op de website van het Brabants Dagblad.

image

Examenrubriek

In de traditionele examenrubriek van het Brabants Dagblad draait het dit jaar om ’de moeilijkste vraag’. Iedere dag vertelt een docent wat de moeilijkste vraag van een examen was en hoe deze opgelost had moeten worden. Ik maak vier afleveringen, collega’s van andere regioredacties’s maken de andere. Beatrix College, Koning Willem II College, 2College Cobbenhagen en Mill-Hillcollege werken van de regio Tilburg mee aan deze rubriek. Ook op onze website veel examennieuws.

BD zaterdag 18 mei

Leerlingmentoren

Zijn er buiten Mill-Hillcollege en Theresialyceum nog andere middelbare scholen in de omgeving van Tilburg waar bovenbouwleerlingen mentor zijn van brugklassers? Ik wil dit graag weten voor een verhaal in het Brabants Dagblad.