JOHAN VAN GRINSVEN

Summer of Soul: het zwarte Woodstock

summerofsoul
In de zomer van 1969 vindt op zo'n 150 kilometer van Woodstock nog een groot festival plaats. In New York, in park Mount Morris in de wijk Harlem. Het Harlem Cultural Festival is uitgesmeerd over zes weekeinden. Met gratis optredens van onder anderen Stevie Wonder, Sly & The Family Stone, The Staple Singers, Mahalia Jackson, The Fifth Dimension, Ray Barreto, The Chamber Brothers, B.B. King, Mongo Santamaria, Nina Simone, Edwin Hawkins Singers, Herbie Mann, Abbey Lincoln, Max Roach, David Ruffin, Chuck Jackson, Gladys Knight & The Pips en Hugh Masakela. Een uitbundige verzameling talenten uit de wereld van soul, blues, funk, jazz, gospel. En veel publiek, in totaal zo'n 300.000 mensen.
sos tapes
Documentaire
Hoe majestueus de muzikanten waren en hoe feestelijk de sfeer was, is pas sinds kort te zien, in de documentaire Summer Of Soul (…or When the Revolution Could Not Be Televised). Dat laatste refereert aan de 45 uur aan concertregistratie vastgelegd door regisseur Hal Tulchin maar nooit vertoond. Geen televisiezender of filmstudio had er belangstelling voor. Dankzij muzikant, producer en filmregisseur Ahmir Thompson, bekend als Questlove, zijn al die tapes afgestoft en is er toch een documentaire van bijna twee uur van gekomen. Met optredens, interviews met artiesten en bezoekers van toen. Maar ook met tal van deskundigen die de tijdgeest van die zomer duiden. En het belang van deze optredens in het voor zwart Amerika scharnierjaar 1969, toen black ineens beautiful werd.

sos publiek
Belangrijk tijdsdocument
Dat maakt Summer Of Soul ook een belangrijk tijdsdocument. Vanuit muzikaal oogpunt bezien, is het jammer dat van de meeste artiesten slechts één nummer in de documentaire is opgenomen (van een aantal ook geen). Maar misschien komt er ooit nog een langere versie; de eerste montage van Questlove duurde maar liefst 3,5 uur en het kostte hem moeite die terug te brengen tot iets minder dan 2 uur.
Verrassend is hoe kraakhelder het geluid bij de beelden is. Zie maar eens stil te zitten bij de nummers van Sly & The Family Stone of de jonge Stevie Wonder die helemaal los gaat op drums. Terwijl op dat moment de Apollo XI op de maan landt. Commentaar van festivalbezoekers: ,,Dat ze het geld maar gebruiken om arme mensen te eten te geven".

De documentaire is vooralsnog alleen te zien via diverse streamingdiensten

Summer-of-Soul2

Tony Joe White: Bad Mouthin'

Nog maar twee maanden geleden bracht de Amerikaanse zanger en liedjesschrijver Tony Joe White (75) zijn laatste album uit: Bad Mouthin’ (Yep Roc Records). En naar het schijnt was hij al weer bezig met zijn volgende plaat. Op 24 oktober overleed de schrijver van hits van als Rainy Night In Georgia en Polk Salad Annie.

Een klassieke bluesplaat is Bad Mouthin’, met daarop diverse covers van bluesgrootheden als Lightnin’ Hopkins, Big Joe Williams en John Lee Hooker en vijf eigen (oude) composities. De nummers zijn opgenomen in een tot studio verbouwde paardenstal bij zijn huis in Leiper’s Fork, Tennessee. Het is een schaarse plaat, waarop de zanger zichzelf begeleidt op gitaar. Met spaarzaam toegevoegde drums, bas en wat mondharmonica. Zijn toch al bedaarde zangstijl is op Bad Mouthin’ nog een tikje trager, praat-zingen is het meer. Maar met zijn gruizige, grommende diepdonkere stem brengt hij de nummers wel tot leven.

Daarmee is het ook een eigenzinnige plaat. Een passende laatste album ook, omdat White in zijn hele loopbaan eigenlijk niet al te veel concessies heeft gedaan. Hij was stijlvast. Tussen Bad Mouthin’ en zijn debuut Black And White (inclusief Polk Salad Annie) uit 1969 ligt een heel consistent oeuvre, in het grensgebied tussen blues, country, rock, Americana en rhythm & blues. Swamp-rock, wordt zijn stijl ook wel genoemd. Dat anderen - onder wie Elvis Presley en Tina Turner - soms meer succes hadden met zijn liedjes, kon hem blijkbaar niet al te veel schelen. Hij kon van de rechten aardig rondkomen. Daardoor kon hij ook zijn eigen muziek blijven maken.