JOHAN VAN GRINSVEN

Opmaat: James Brown (2)


James Brown maakte soulmuziek en zichzelf wereldberoemd en is zo ongeveer de uitvinder van de funk. Maar wie de glorie van zijn loopbaan wil beschouwen, moet ver over zijn schouder kijken. Naar de jaren zestig en zeventig. Toen: vernieuwende en tegelijkertijd ongecompliceerde dansmuziek, meeslepende en opzwepende optredens, verrassende platen. Maar daarna kwam langzaam maar zeker de klad in de carrière van Mr. Dynamite, Soulbrother no.1, the Godfather of Soul.

Zwetend.
Toen James Brown in 1991 voor een optreden naar Nederland kwam, werd dat pijnlijk duidelijk. Oppervlakkig beschouwd gaf hij een zwetend en swingend concert als vanouds; de bezieling werd in karrevrachten over het publiek uitgestort. Maar het optreden leerde ook dat de soul­- en funk-peetvader een serie veredelde dansmariekes nodig heeft om de schijn van de dynamische shows van vroeger op te houden. James Brown, geboren in 1933 aldus de meeste bronnen, maar zeker is dat niet, was trager, dikker en ouder. Zijn begeleiders duidelijk een klasse minder dan bijvoorbeeld de oude garde Bobby Byrd, Fred Wesley, Maceo Parker of Alfred 'Pee Wee' Ellis. De oude rituelen ­ het omhangen van de cape, de ster die uitgeput ter aarde stort ­ deden zelfs wat potsierlijk aan.
Als verzachtende omstandigheid kon toen gelden dat hij na twee jaar net was vrijgelaten uit de gevangenis, waar hij eigenlijk twee vonnissen van zes jaar gelijktijdig had moeten uitzitten. Brown was gearresteerd wegens wapenbezit, drugsgebruik, pogingen politiemensen omver te rijden en tal van andere onhandige zaken. Een overconsumptie van Angel Dust of PCP zou de oorzaak van deze dwaling zijn.
Logischer lijkt het dat zijn grootheidswaanzin hem eindelijk ingehaald had. Brown vindt namelijk dat hij thuishoort in het rijtje Mozart, Bach en Tsjaikovski. Hij noemt zich zonder enige zelfspot de Einstein van de muziek en de Napoleon van het podium.

Neergang
Brown’s persoonlijke leven houdt de laatste jaren gelijke tred met de geleidelijke neergang in zijn carrière. Omdat tegenwoordig ook zijn criticasters hun mond open doen, is het beeld van de hardwerkende entertainer dan ook danig gecorrigeerd. Al bekend was de klassieke ongelukkige jeugd. Ouders gescheiden, door hen in de steek gelaten, gestald bij een tante die een bordeel bestierde en talrijke vergrijpen. Uiteindelijk belandde hij als jongvolwassene in de gevangenis. De muziek bevrijdde hem uit dit ellendige leven. Brown smeedde gospel en rhythm & blues tot soul en daarna tot funk: beide een synthese van hart, ziel èn onderbuik. Vanaf eind jaren vijftig tot midden jaren zeventig was James Brown de ontembare leeuw van podium en plaat. Een hitmachine als geen andere zwarte artiest: hij scoorde 114 hits; veertig platen verkochten meer dan 1 miljoen exemplaren.

Koffers
Met het succes kwam het geld. Koffers vol, want James Brown liet zich graag in baar geld uitbetalen. Hij zeulde de bankbiljetten -­ bedragen boven een half miljoen gulden worden genoemd -­ met zich mee in een koffer. Maar zijn bandleden kregen steevast te laat betaald. In zijn beste jaren had Brown een eigen productiebedrijf, een uitgeverij, twee radiostations, een tv­-station, een restaurantketen, veel onroerend goed en miljoenen op de bank. Brown voelde zich niet alleen een hele grote meneer, hij was het ook.
Later kwamen de gruwelverhalen over afpersing en omkoping, vrouwenmishandeling en drugmisbruik. Ze portretteren Mr. Dynamite als een man met een niets en niemand ontziende overlevingsdrang. Muzikanten werden als oud vuil aan de kant geschoven als hij het op zijn heupen kreeg. En dat terwijl de muzikaal ongeschoolde James zwaar steunde op de beter onderlegde muzikanten in zijn gevolg. Ontwakende sterallures werden met ontslag afgestraft. In de eerste twintig jaar van zijn carrière heeft hij zeker zo'n zeventig muzikanten versleten.

Grootspraak
Die dubieuze kant van zijn karakter werd lange tijd met de mantel der liefde bedekt omdat Brown zulke onomstreden muziek maakte. Of omdat mensen financieel afhankelijk waren van hem. Zijn eens zo potente muziek en karakteristieke stotende zang werden aftreksels van herhalingen van herhalingen, terwijl de grootheidswaanzin en grootspraak alleen maar toenamen. Ook op zijn recentere werk klopt Brown vooral zichzelf op de borst. Zijn eerste album na de gedwongen rustperiode in de cel, Love Over­Due, gaf daar echter weinig reden toe. Van een louterende werking van het Amerikaanse gevangeniswezen bleek geen sprake: een onsamenhangend, slap album. Maar gelukkig was daar de verzamelbox Startime. Nog altijd staat die overeind als een van de indrukwekkendste overzichten van het werk van een populaire artiest. Hierop een greep uit de schatkist van Brown, klassiekers als Please, Please, Please, Try Me, Papa's Got A Brand New Bag, Sex Machine, Body Heat en It's A Man's, Man's, Man's World.

Funk
Met zijn recentste album Universal James ­- naar het schijnt zijn 79ste plaat ­- rehabiliteert Brown zich weer enigermate. De funknummers herinneren aan zijn betere jaren. Woeste dansnummers vol hypnotiserende herhalingen. Maar verder is het ook weer: opa Funkenstein ontmoet zijn achterneefjes hip, hop en rap. De generatiekloof is daar pijnlijk hoorbaar. Brown lijkt ook in een onmogelijk positie te verkeren. Sluit hij aan bij zijn oude werk dan 'herkauwt hij oude successen', probeert hij te vernieuwen dan is hij al snel 'de oude James Brown niet meer’. Dat er geen misverstand over mag zijn: James Brown is de grootste soul­- en funkartiest aller tijden. Zijn ereplaats in de geschiedenis van de moderne muziek heeft hij al ruim verdiend, wat hij in de nadagen van zijn loopbaan ook uitspookt. Zijn klasse zal niemand ooit meer halen. James Brown inbegrepen.