JOHAN VAN GRINSVEN

Interview: Charles Neville

Het nieuwe album - opnieuw hecht-swingend en met een duidelijke politiek geladen stellingname - heet min of meer bij toeval 'Brother's Keeper', vertelt Charles Neville (saxofoon, zang en percussie)in Motel Gilze-Rijen, voor het optreden in het Tilburgse Noorderligt. „Wij zijn in februari begonnen met opnemen; dat ging door in maart, april en mei. Nadat we uiteindelijk hadden gekozen welke nummers er op het album zouden komen, bleken er drie met 'brother' in de titel bij te zijn: 'My Brother's Keeper', 'Brother Jake' en 'Brother Blood'. Vandaar de titel.”
Maar de titelkeuze gaat verder dan die simpele verklaring. De Nevilles hangen heel sterk aan hun familie. En ze vinden dat ze behoren tot die ene grote wereldfamilie. „De plaat gaat vooral over menselijke relaties, over hoe mensen met elkaar omgaan. We hebben het over de grote gemeenschap en onze geestelijke inspiratiebronnen. Wij voelen ons namelijk wel verantwoordelijk voor onze broeders, onze medemensen.”

Vergelijken
Rasmuzikant Charles Neville - beweeglijk op het podium, maar daarbuiten erg rustig en haast in zichzelf gekeerd - stelt dat er wel gelijkenissen zijn met hun artistiek en commercieel succesvolle vorige plaat 'Yellow Moon' (1989). „Maar mensen moeten ze niet te veel gaan vergelijken. Het is gewoon een nieuwe plaat.”
Het nieuwe werk is weer in de Ultrasonic Studio in New Orleans opgenomen, maar de vermaarde Daniel Lanois deed niet de productie. Zijn assistent Malcolm Burn nam die klus samen met de vier broers voor zijn rekening. Het kwartet Nevilles - naast Charles ook nog Art, Aaron en Cyril - heeft slechts beperkt gebruik gemaakt van overdubs; veelal speelden ze met zijn allen live in de studio.
Het merendeel van de nummers is van de hand van een of meer Nevilles. Maar 'Brother's Keeper' bevat ook Neville-versies van het werk van anderen. Zoals van de sombere Canadese zanger-schrijver Leonard Cohen en van Link Wray. „Wij houden ervan om werk van anderen te spelen; er zijn zoveel schitterende nummers gemaakt. We spelen ze echter nooit klakkeloos na. We Neville-ize it'.'

Niet stilgezeten
De vier Neville-broers hebben de laatste maanden niet stilgezeten. Aaron komt met een soloplaat die wordt geproduceerd door Linda Ronstadt; Charles met een jazz-album; Art werkt tussendoor met The Meters en Cyril met The Uptown All Stars aan een reggaeplaat. Daarnaast zijn ze langdurig op toernee geweest. Dat vele toeren van de laatste maanden - onder meer als voorprogramma van Tina Turner - vindt Charles niet bezwaarlijk. „We zien steden waar we nog nooit geweest zijn en ontmoeten veel aardige mensen. Het publiek is meestal erg enthousiast. Dat geeft je een prettig gevoel. Nu spelen we nog in immense stadions als het voorprogramma van acts als Tina Turner; maar we hopen die arena's nog eens op eigen kracht te vullen. Als dat gebeurt, laten we ons heus niet gek maken. Wij weten wat we doen. We zitten niet in deze business om rijk en beroemd te worden.”’ Hij lacht: 'Just because we love it. We houden ervan om via onze muziek uitdrukking te geven aan wat we voelen. Dat doen we al jaren op dezelfde manier. Waarom zouden we dat gaan veranderen nu we succes hebben?”

Erkenning
Het succes van de plaat 'Yellow Moon' verraste de broers. Al vele jaren zijn ze actief in de muziekwereld. Art had al in de jaren vijftig zijn eerste lokale hit in New Orleans. De unieke zanger Aaron Neville scoorde in 1966 met 'Tell It Like It Is'. Charles speelde met enkele jazz- en bluesgrootheden. Pas in 1976 bundelden zij hun niet geringe capaciteiten; ze traden een jaartje op als The Wild Tchoupitoulas, maar vormden daarna The Neville Brothers. Hun unieke mix van New Orleans soul, funk, jazz, caribische, Afrikaanse en indiaanse ritmen sloeg pas vorig jaar bij het grote publiek aan. Erkenning onder collega's en een kleinere groep fans hadden ze al veel eerder. Charles kijkt heel realistisch tegen het huidige succes aan. „Of je succes hebt, heeft niet alleen te maken met de kwaliteit van de muziek, maar ook met de andere platen die op dat moment worden uitgebracht, de publiciteit die voor je wordt gemaakt en zeker ook de bereidwilligheid bij de radiostations om je muziek te draaien. Als mensen je muziek niet horen, kopen ze de plaat ook niet. We hebben geluk gehad en hopen dat te houden.”
edge