JOHAN VAN GRINSVEN

Trinidad & Tobago

CARIBISCH GEBIED

En toch, er is altijd armoede geweest. We wonen nu eenmaal in een Derde­-Wereldland. Maar vroeger hadden de mensen geen hulp nodig, zelfs niet in de winter. Er is veel veranderd. Dat komt door het drugsgebruik en door de overspannen verwachtingen die de jeugd heeft van het leven. Jongeren zien hoe de middenklasse en bovenlaag in de Verenigde Staten leven. Ze denken dat de hele wereld zo leeft. Dat willen zij ook.

Ian Lambie, natuurbeschermer

Veel culturen thuis op Trinidad en Tobago

Scènes uit een tropisch huwelijk

Wat vooral bij blijft van Trinidad zijn de mensen en de muziek. En vreemd genoeg de aasgieren. Eens als onbezoldigde vuilnismannen geïmporteerd door de Fransen, nu uitgegroeid tot een leger van, zo wordt hier verteld, wel een miljoen brutale vlerken. Voor verwende badhanddoekenliggers zal het weinig aanlokkelijk zijn als, zoals bij voorbeeld bij het strand van Maracas Bay, op enkele meters afstand de gieren op afvalresten wachten.


In o.a. De Stem, 1993

Alle gedachten over tropische eilanden zijn identiek: stranden en palmbomen, het hele jaar door tropische temperaturen, zonnige muziek en mensen voor wie morgen nog geruststellend ver weg is. Trindidad en Tobago zijn twee tropische eilanden waar de bezoeker veel vooroordelen daadwerkelijk terugvindt. Zeker bij een kort verblijf. Maar een toerist is er al gauw te lang om nog een gemakkelijk oordeel te kunnen vellen.

Wie langer blijft in dit door de Britten afgedwongen huwelijk van twee eilanden, raakt verward. Staatkundig zijn ze sinds eind negentiende eeuw in de echt verbonden, maar met alle verschillen van man en vrouw. Trinidad met zijn 4.828 km² en zo'n 1,2 miljoen inwoners het macho­-eiland, een smeltkroes van culturen. Twaalf vliegminuten verder ligt het kleine Tobago (300 km², 45.000 inwoners), een haast clichématig Bounty-­eiland.
Het zijn eilanden waar eeuwenlang om gevochten is. Door Spanjaarden, Fransen, Nederlanders, Letten en andere piraten. De langste bezetting komt op naam van de Britten. Op 31 augustus 1962 werd voor de laatste keer in 165 jaar de Union Jack gestreken, Trinidad en Tobago werden onafhankelijk. Sinds 1976 vormen de eilanden een republiek.
Kijk naar de huizen en leer hoe het ervoor staat met het land. Trinidad telt frivole huizen in zonnige bouwstijlen; veel hout, erkers, veranda's en tuinen rondom. Maar de staat van onderhoud is meestal slecht. Zelfs het dak van het presidentieel paleis in de hoofdstad Port of Spain vertoont gaten. Niet dat het kwaad kan, want het regent hier niet al te veel. En zelfs als het regent, wil de optimistische, of is het fatalistische, volksaard dat het hemelwater 'vloeibare zonneschijn' wordt genoemd.
Maar het gaat niet om de huizen. Wat vooral bij blijft van Trinidad zijn de mensen en de muziek. En vreemd genoeg de aasgieren. Eens als onbezoldigde vuilnismannen geïmporteerd door de Fransen, nu uitgegroeid tot een leger van, zo wordt hier verteld, wel een miljoen brutale vlerken. Voor verwende badhanddoekenliggers zal het weinig aanlokkelijk zijn als, zoals bij voorbeeld bij het strand van Maracas Bay, op enkele meters afstand de gieren op afvalresten wachten. Of in het karkas van een schurftige hond poken.

Steeldrums

Ze zijn al even opdringerig als de muziek. De hier geboren calypso of kaiso is meer levenswijze dan muziek. Muziek is overal, in hotels, kleine bars, strandtenten, taxi's. Maar nergens zo authentiek als in de pan yard. De panspelers van de Silver Stars hameren op hun steeldrums deuken in de hoofden van de toehoorders. Het volume dat zij zonder elektrische versterking produceren op deze zwetende avond is indrukwekkend. De meest onmogelijke patronen worden met even groot gemak gespeeld, of het nu klassiek, pop of jazz is. Veel steelbands houden openbare repetities in deze pan yards. Vroeger waren die alleen in achterbuurten te vinden. Maar de steelband is gemeengoed geworden. Van Trinidad trok de steeldrum een spoor door de hele Westindische regio; inmiddels is het instrument uitgegroeid tot een symbool van de Caribische cultuur.
Trinidad is meer dan hout en geluid. Kijken naar een partijtje nightcricket bijvoorbeeld, het Engels dat er gezongen wordt, richting het nabijgelegen Venezuela zeilen in de Golf van Paria, wandelen in een villawijk van hoofdstad Port of Spain en door bijna elke passant gegroet worden, bochtige kustwegen, enkele rijke, onbedorven natuurgebieden, rijden en wandelen door regenwouden, strandjes waar kinderen spelen, vrouwen praten en mannen gebogen over auto's langs de weg staan, gerechten met namen als callaloo, pelau, buljol en accra die stammen uit een keuken die al even bont is als de samenstelling van de bevolking.

Invloeden

De mensen in Trinidad illustreren ongevraagd de geschiedenis van het eiland. De andere eilanden in het Caribisch gebied dragen invloeden van een of hooguit twee culturen. Hier zijn drie culturen thuis: de Spaanse, Franse en Britse. Daaraan toegevoegd die van de huidige grootste bevolkingsgroepen: mensen van Afrikaanse en Indische afkomst. En dan zijn er vele andere invloeden merkbaar. Dat alles in een samenleving waar blanken nog altijd op alle fronten de bevoorrechte bovenklasse vormen.
Al die verschillende etnische groepen hebben hun eigen feesten. Er zijn dertien nationale feestdagen per jaar. En daarbij is carnaval niet eens meegerekend; Trinidad heeft het befaamdste carnaval in het Caribisch gebied.
Maar de afgelopen jaren is er te veel gefeest en te weinig naar morgen gekeken. Sinds de opening van de eerste olieraffinaderij in 1914 ging het economisch voor de wind. Zeker na 1974, toen Opec de olieprijs zwaar omhoog dreef. Winkelweekeindjes in Miami waren meer gewoonte dan uitzondering. De lonen stegen, net als de inflatie, de overheidsuitgaven, de bureaucratie en de corruptie, maar de productiviteit daalde. Na het inzakken van de olieprijs in de jaren tachtig wilde niemand geloven wat een politicus zei: het feesten is voorbij, terug aan het werk. De werkloosheid bedraagt inmiddels officieel zo'n 20%.
'En toch, er is altijd armoede geweest. We wonen nu eenmaal in een Derde­-Wereldland. Maar vroeger hadden de mensen geen hulp nodig, zelfs niet in de winter. Er is veel veranderd. Dat komt door het drugsgebruik en door de overspannen verwachtingen die de jeugd heeft van het leven. Jongeren zien hoe de middenklasse en bovenlaag in de Verenigde Staten leven. Ze denken dat de hele wereld zo leeft. Dat willen zij ook.' Het verhaal komt van de op veel fronten geëngageerde natuurbeschermer Ian Lambie.
Port of Spain is de grootste stad van Trinidad; het heeft als hart een grasvlakte met wat bomen. Daar ontmoeten mensen elkaar, worden braderieën gehouden, er is een paardenracebaan. Het presidentieel paleis, de botanische tuin en de Emperor Valley Zoo liggen binnen handbereik. Maar met een stad die een grasveld als hart en ziel accepteert, komt het nooit meer goed. Ook al zijn aan een van de zijden van de Savannah, aan Maraval Road, de Magnificent Seven te vinden; sierlijke Victoriaanse panden die het kolonialisme overleefd hebben. Ze tonen de staat van de staat: de panden in particulier eigendom staan er het best bij. Het optrekje van de aartsbisschop bijvoorbeeld is in prima conditie. De overheidsgebouwen kruimelen langzaam weg.

Tobago

Tobago is een heel ander verhaal. Daar begint het strand gewoon op het vliegveld. 'Het Caribisch gebied zoals het vroeger was', zeggen Tobagoërs over hun eiland. Het kost weinig verbeeldingskracht om hun slogan in te kleuren.Tochten over het slaperige eiland voeren door rommelige Caribische dorpen en de al even chaotische hoofdstad Scarborough, eenvoudige houten huizen op palen die zo de zee in lijken te lopen, suikerrietvelden die eens welvaart brachten, Dottie's Snack Shack en andere houten hokjes waarin limonade, bier, roti of andere snacks worden verkocht. Wegen kronkelen door maagdelijk tropisch regenwoud, groen dat zich maar steeds herhaalt. Deze samenleving is minder bont dan die in Trinidad: hier domineert de Afrikaanse erfenis.
Aan het einde van een van die ritten wacht het dorp Charlotteville, dat in het noordwesten haast de zee in tuimelt. Mannen spelen cricket, op de dorpskiosk zitten vier vrouwen met wat handel. Te wachten op wie? Enkele vissersbootjes dobberen in het haventje van het gehucht. Pubermeisjes zitten al geruime tijd in een schoolbus. Te wachten op wie? De veelgewassen schooluniformen verraden de reikwijdte van de Britse koloniale hand. Een van de pubermeisjes draagt een bril met het Playboy­logo. Om de reikwijdte van het Amerikaanse culturele kolonialisme te illustreren.
Verder naar het noordoosten van het eiland, bij het Buccoo Coral Reef, zijn de baarmoederlijke zee en het strand even warm. Buccoo Bay biedt water dat Europeanen wantrouwend bekijken. Omdat het schoon is. Duikers en snorkelaars zijn hier vol lof over de onderwaterwereld.

Toerisme

Trinidad is niet de Caribische zonbestemming die in de naam echoot. Tobago is dat wel. Trinidad is de ruwe bolster waar een bezoeker moet werken om aan zijn vakantiegerief te komen; in de zachte moederschoot van Tobago hoeft een vermoeide reiziger zich slechts neer te vleien. Dat levert wat echtelijke onenigheid op tussen de beide eilanden. Toch moet het toerisme op korte termijn de vastgelopen economie helpen lostrekken. Voorheen kwamen per jaar zo tussen de 160.000 en 200.000 mensen naar de eilanden, ook voor zaken­ en familiebezoek. Nu de recessie in de VS zich maar langzaam uit het dal verheft, is de promotie in Europa in een hogere versnelling gezet. De eerste resultaten zijn hoopgevend: de cijfers laten fikse percentuele stijgingen zien, vooral in Duitsland, maar de absolute aantallen blijven nog altijd klein.
In een strategienota zet Tourism Development Authority (TDA) de sterke en zwakke kanten van de zustereilanden uiteen. Dat liegt er niet om: Trinidad heeft veel hotels, maar te weinig te bieden. Tobago heeft meer te bieden, maar te weinig accommodaties, zo'n 900 bedden, waarvan een fiks deel niet aan de West-Europese eisen voldoet. Daarnaast is het luchtvervoer naar de eilanden niet optimaal, zijn er te weinig winkels, onvoldoende restaurants, niet genoeg goed opgeleide mensen in de dienstverlenende sector, sportfaciliteiten zijn elders in het Caribisch gebied ook te vinden (meestal beter), de infrastructuur is onder de maat en de prijs­-kwaliteitverhouding is niet goed.
Volgens TDA moet er in de komende jaren veel geïnvesteerd worden. Er moeten bijvoorbeeld in Tobago duizend nieuwe gastenbedden bijkomen vóór 1995. Want het doel luidt: binnen die termijn het aandeel van het toerisme in het nationale inkomen vergroten van één naar vier procent.
Terug naar Trinidad, want dit verhaal eindigt bij een krantenbericht in de Trinidad Guardian. In de rechtbank van Arima wordt iedere week een speciale zitting gehouden voor volwassenen die terecht staan voor 'huiselijk geweld', zoals het slaan of psychisch mishandelen van kinderen. Iedere maandag weer behandelt de rechter honderdtachtig zaken. Arima heeft niet meer dan 30.000 inwoners. Dát blijft ook hangen van het verblijf in Trinidad en Tobago.

Foto top: De Magnificent Seven, zeven Victoriaanse huizen aan Maraval Road in Port of Spain Een van de zeven is Queens Royal College
Gepubliceerd in o.a. De Stem, maart 1993

Praktisch

Trinidad heeft veel hotels, maar te weinig te bieden. Tobago heeft meer te bieden, maar te weinig accommodaties, zo'n 900 bedden, waarvan een fiks deel niet aan de West-Europese eisen voldoet.

Tourism Development Authority

De KLM vliegt eenmaal per week naar Port of Spain in Trinidad. Slechts een handvol reisorganisaties biedt reizen naar de beide eilanden aan. Een weekje Trinidad en Tobago begint bij Does Travel rond de 2.600 per persoon, maar kan oplopen tot 7.200 gulden.Op de eilanden zijn bij lokale reisorganisaties (via de hotels) allerlei excursies en arrangementen te boeken. Die voeren naar de belangrijkste bezienswaardigheden van de beide eilanden. Maar er zijn ook trips naar bijvoorbeeld Venezuela en Grenada te boeken.Een goede informatiegids is: Trindidad and Tobago in de Engelstalige reeks Insight Guides.
Informatie: Trinidad & Tobago Tourism Development Authority, 134­138 Frederick Street, P.O. Box 222, Port of Spain, Trinidad & Tobago, W.I., telefoon: 09­1­80962319324.

JOHAN VAN GRINSVEN


Onderwijzer, journalist, winnaar twee persprijzen, auteur van diverse non-fictieboeken, ontwerper websites, mede-oprichter Uitgeverij Baard & Kale.

Stacks Image 5

MOTTO


Your easy reading
is damned hard writing

Nathaniel Hawthorne