Journalist, auteur, uitgever
INTERVIEW: Ferdinand Fransen
Ferdinand Gregorius Fransen, selfmade-man. Geboren (in 1928) en getogen in Enschede. Grote baas van Arke NV, de grootste reizenorganisator van Nederland die vorig jaar 425.000 vakantiegangers naar zon en zee vervoerde. Als 16-jarige begon Fransen onderaan de ladder bij het Reisbureau Twenthe van Frits Arke. Jaren later nam hij de toerbusonderneming over, samen met compagnon Hennie Agterhuis. Sinds het overlijden van zijn zakenvriend, in 1975, staat Fransen alleen aan het roer. Hoewel zijn jongste dochter Barbara het managementteam sinds enkele jaren versterkt, is Arke geen zuiver familiebedrijf meer: In 1989 verkocht Fransen 40 procent van de aandelen aan het Duitse Touristik Union International (TUI), het grootste reisconcern van Europa.
Toen ik als 16-jarige in deze branche terechtkwam, met niet veel meer dan een Mulo-diploma en wat extra talenkennis, wist ik niet dat ik er zo mijn draai in zou vinden. Hoe kon ik dat ook weten? Toerisme stelde niets voor in Nederland. Eerst moest het land weer opgebouwd worden.”
Ferdinand Fransen stond midden in de naoorlogse ontwikkeling van het toerisme. De eerste dagtochten die kort na de oorlog gemaakt werden naar Amsterdam en Volendam. Iets later reisjes naar Brussel en de Belgische Ardennen. Dan - in 1948 - de echte wijde wereld in: Parijs, Oostenrijk.
„Door toenemende welvaart en vrije tijd werd het een echte industrie. In de jaren zestig kwamen de eerste georganiseerde vliegreizen. Dat was me een gok.” Het eerste jaar vliegen leverde het bedrijf een fikse verliespost op, zo’n dikke 100.000 gulden. Fransen nam het verlies en zette door.
Een naaste medewerker schetst hem als een recht-door-zee-type, wars van politieke en religieuze dogma’s. In het gesprek verwijst Fransen meermaals naar de Club van Rome, die twintig jaar geleden een toen opvallende, sociale wereldvisie presenteerde. Zijn persoonlijkheid is niet gevormd door de kerk, maar door zijn moeilijke jeugd (vader vroeg overleden, nijpende armoede) en door de sport. Als stopper bij voetbalvereniging Voor Onze Sint Antonius leerde hij regelen, organiseren en vooral: doorzetten. Nooit opgeven.
Fransen is bestuurslid van nationale en internationale verenigingen van reisorganisaties. Daarnaast spendeert hij al zijn halve leven tijd, energie en geld aan sociale en sportieve doelen. Hij was voorzitter van de voetbalvereniging FC Twente en is nog altijd bestuurslid van die club; hij sponsorde het nieuwe muziekcentrum in Enschede; hij droeg bij aan de restauratie van de Amsterdamse Beurs van Berlage en hij ondersteunt de Socialistische Arbeiders Muziek Vereniging Kunst aan het Volk, waar zijn vroegere compagnon Agterhuis sterke banden mee onderhield.
Wijzer
„Als je jong bent, kies je niet bewust voor een loopbaan in een bepaalde bedrijfstak. Pas in de loop der jaren bleek dat ik mijn talenten in de reisbranche volledig kon ontplooien. Welke talenten? Organiseren, zakendoen, met mensen omgaan. Dat alles maakt het vak leuk voor mij. En dat ik veel van de wereld kan zien. Van reizen wordt de mens wijzer.”
Vergeleken met de beginperiode van het massatoerisme is er veel veranderd. Nu ligt de hele wereld open, van Noord- tot Zuidpool, van China tot de Amazone. Is dat een goede ontwikkeling?
„Ja. Reizen verbindt de mensen. Natuurlijk is een bepaald facet van het reizen verloren gegaan. Er valt niets meer écht te ontdekken. Er bestaat geen plekje op aarde meer dat toeristisch gezien nog niet in kaart gebracht is. Er zijn alleen nog gebieden te herontdekken.”
De spanning is daarmee ook weg?
„Helemaal niet. Ik reed laatst een weg die ik misschien al wel duizend keer gereden heb. Opeens zag ik een mooi huis dat me nog nooit opgevallen was. Je moet ook nieuwe dingen willen zien. Moderne communicatiemiddelen hebben de wereld niet verkleind, integendeel. Daardoor kunnen we kennis maken met andere mensen, andere culturen. Daar wordt niemand dommer van. We kunnen tegenwoordig heel gemakkelijk profiteren van de wijsheid van andere mensen en andere samenlevingen. Dat hebben die communicatiemiddelen en dat heeft het reizen toch maar mogelijk gemaakt.”
„Reizen heeft nog een bijkomend voordeel. Nederlanders zien hoe bevoorrecht zij zijn. De eigen welvaart wordt hier als gewoon beschouwd, maar in andere landen zien ze pas hoe goed ze het hebben.”
Welvaart
Wordt van reizen alleen de reiziger wijzer of ook de mensen in de landen die hij bezoekt?
„Allebei. Het is toch ontegenzeggelijk dat het toerisme welvaart heeft gebracht in bepaalde delen van de wereld. Vergelijk bijvoorbeeld eens de levensstandaard in Spanje nu en twintig jaar geleden. Ik hoor ze ook, critici die menen dat de mensen in het oerwoud van Zambia niet zitten te wachten op westerse toeristen. Wie bepaalt dat? Wie zegt dat die mensen niet open staan voor wat wij te vertellen hebben? Zij leren ook van ons. Hoewel ik het gevoel heb dat wij heel wat meer van deze culturen kunnen leren.”
Toerisme heeft welvaart gebracht, maar is welvaart ook welzijn?
„Tja. Dat is de grote vraag. Wie ben ik om dat te bepalen? Dat moeten de mensen die het betreft zelf maar uitmaken. Er zijn natuurlijk grote fouten gemaakt in het verleden. We hebben gebieden tot ontwikkeling gebracht zonder ons de bedreigingen voor onze kinderen en kleinkinderen te realiseren. Milieuvervuiling, kijk bijvoorbeeld naar de vervuilde Middellandse Zee. Vissersplaatsjes die hun karakter helemaal verloren hebben door grote hotelflats. Lozingen van afval in zee. Gemeenschappen die door het toerisme voorgoed veranderd zijn. Dat is niet goed. We hebben zeker iets romantisch stukgemaakt. Ik kan dat niet ontkennen.”
„We hebben soms een te zware wissel getrokken op de natuur, te weinig rekening gehouden met de ecologie. Maar van de andere kant: de natuur kan veel hebben, die herstelt zich soms beter dan verwacht. Dat neemt niet weg dat we in de toekomst veel zorgvuldiger met de natuur moeten omgaan. Dat is dè grote taak waar de reisindustrie de komende jaren voor staat. Verantwoord toerisme.”
Het is toch ontegenzeggelijk dat het toerisme welvaart heeft gebracht in bepaalde delen van de wereld. Vergelijk bijvoorbeeld eens de levensstandaard in Spanje nu en twintig jaar geleden. Ik hoor ze ook, critici die menen dat de mensen in het oerwoud van Zambia niet zitten te wachten op westerse toeristen. Wie bepaalt dat? Wie zegt dat die mensen niet open staan voor wat wij te vertellen hebben? Zij leren ook van ons. Hoewel ik het gevoel heb dat wij heel wat meer van deze culturen kunnen leren.”
Respect
„Verantwoord toerisme.” Fransen herhaalt zijn woorden. Die nieuwe koers vaart de industrie niet louter om onbaatzuchtige redenen. Vakantiegangers hebben de reisorganisaties gedwongen tot bijstelling van het beleid. „Inderdaad, daar heeft men ons wel op moeten wijzen. Het milieu staat enorm in de belangstelling. Ook bij toeristen. Steeds meer mensen kiezen heel bewust voor gebieden waar met respect met de natuur, mensen en de bestaande cultuur wordt omgegaan. De reisindustrie reageert nu heel behoorlijk op het nieuwe milieubewustzijn. Zomaar wegkappen van bossen voor een nieuw vakantiedorp, dat gebeurt nu niet gemakkelijk meer. Maar verwacht niet meteen wonderen. Stap voor stap worden er verbeteringen zichtbaar.”
Echt concrete resultaten zijn er op milieugebied niet te melden. Er loopt een gezamenlijk project van de Spaanse overheid en de internationale federatie van reisorganisaties. Inzet is Mallorca, dat als eerste vakantiebestemming met de loden lasten van het massatoerisme werd opgezadeld. Daar wordt nu gepoogd de overlast op de lokale cultuur en natuur terug te dringen tot een aanvaardbaar niveau.
„Belangrijk is ook dat er schoner vervoer wordt ontwikkeld, vliegtuigen en bussen die minder schadelijke stoffen uitstoten. Zelf proberen wij via goede voorlichting die bewustwording te stimuleren; vakantiegangers te weerhouden van bepaalde schadelijke gedragingen. En als baas van een bedrijf van deze omvang heb je ook je verantwoordelijkheden in eigen huis. Als de investeringen verantwoord zijn, nemen wij milieuvriendelijke maatregelen. We gaan bewuster en dus zuiniger met papier om, kiezen een andere soort drukinkt, met dat soort kleine en grote maatregelen proberen we een voorbeeld te geven. Ik geloof dat ecologische en economische belangen uiteindelijk gelijk oplopen.”
Trend
Natuurreizen, reizen naar betrekkelijk ongerepte natuurgebieden, rust zoeken in de natuur, of juist actief bewegen in bergen, bossen of het water, afkeer van met torenhoge hotels volgeplempte stranden: Fransen ziét dat als dè trend van de komende jaren. „Maar de populariteit van bestemmingen blijft onvoorspelbaar. Ook marktonderzoekers falen meer dan eens in hun voorspellingen; tussen plannen, verwachtingen en de realiteit ligt soms een wereld van verschil. En dat zal in de toekomst zeker niet afnemen, want de toerist wordt steeds individueler.”
Vanwege die onzekere situatie moet een bedrijf de risico’s spreiden. Veel bestemmingen aanbieden. „Als er dan eens eentje helemaal wegvalt, kun je dat verlies opvangen. Het beste voorbeeld is natuurlijk Joegoslavië. Het trekt het ene jaar nog honderdduizenden Nederlanders en nu gaat er echt helemaal niemand naar toe. Rond de Golfoorlog daalde het aantal boekingen voor Turkije, Griekenland en Cyprus sterk. Deze industrie is uiterst kwetsbaar.”
Niet alleen politiek speelt een belangrijke rol, ook de factor economie. Klaagzangen klinken bijvoorbeeld op uit landen als Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Canada, waar een diepe economische recessie de reislust danig tempert. Toch was 1991 voor velen in de reisindustrie een goed jaar. Voor Arke het beste uit de bedrijfsgeschiedenis. Na de Golfoorlog gingen mensen alsnog massaal - in het duurdere hoogseizoen -op reis. Tegelijkertijd waren er binnen de reisindustrie onder druk van die oorlog al afgeslankte, efficiënte organisaties ontstaan. Vandaar die goede resultaten.
„De winstmarges, 1 a 2%, zijn in deze branche dusdanig dat er bij sommige bedrijven niet al te veel moet gebeuren, wil het fout gaan. Ik voorzie dat er de komende jaren steeds grotere reisorganisaties ontstaan. Die bieden bijvoorbeeld bus-, vlieg- en autovakanties aan voor jong en oud, zakenreizen. Ze hebben eigen reisbureaus, eigen vakantie-complexen, noem maar op. Je moet omvang hebben om mee te kunnen blijven spelen. Dat betekent niet dat small is beautiful niet meer bestaat. Arke blijft een Nederlands bedrijf met een Nederlandse bedrijfscultuur, hoe groot de invloed van onze Duitse aandeelhouders ook mag worden. Door die mega-organisaties kunnen programma’s en producten uitgebreid worden. En de prijzen blijven scherp door centrale inkoop.”
Er verandert op dit moment veel in de wereld. Veel goeds. Met genoegen beziet hij bijvoorbeeld het wegvallen van dictaturen. Maar de ontwikkelingen in wat eens Joegoslavië was houden hem veel meer bezig. Het liefst zou hij weer Nederlandse vakantiegangers naar bijvoorbeeld Istrië brengen. Een mooi gebied, met aardige mensen die steun verdienen. „Natuurlijk kijk je als ondernemer naar het zakelijk belang. Maar ik kan mijn emoties in dit geval niet uitschakelen. Wat er met die mensen gebeurt, doet mij pijn. Ik zou ze zo willen helpen. Geen aalmoezen, maar klandizie, zodat ze hun bestaan weer op kunnen bouwen. Maar het is nu nog onmogelijk. Zo treurig.”
Voorbeeldfunctie
Over zijn rol in het sociaal-maatschappelijke leven. „Ik voel mij verplicht mijn talenten niet alleen voor commerciële doeleinden aan te wenden. Ik vind dat ik hier een voorbeeldfunctie heb. Noblesse oblige, inderdaad. In het oosten van het land is het niet dik gezaaid met ondernemers die ook andere karren willen en kunnen trekken. Ik neem soms te veel hooi op mijn vork, Maar wat moet je, als er niemand is om je werk over te nemen, dan ga je maar weer een jaartje door.”
Maar u wilt toch niet zeggen dat u dat werk niet met plezier doet?
„Dat is zo. Maar het is toch meer een liefde voor de streek waar je geboren en getogen bent, waar je thuis hoort. Ik voel me echt een Tukker. Overigens ook een Nederlander. En trouwens ook een Europeaan. Maar goed, deze streek heeft je nodig. Dat klinkt arrogant, zo bedoel ik het niet. Ik vind dat je je eigen wortels moet koesteren. Als je ze sterker kunt maken, moet je dat doen.”
Fransen voelt zich Nederlander, maar evenzogoed irriteren Nederlanders hem regelmatig. Vooral als het vingertje te nadrukkelijk de hoogte in gaat. „Nederlanders hebben de neiging om iedereen te vertellen hoe het moet. We zijn zo groot als Los Angeles, maar hebben een bek zo groot als de hele Verenigde Staten. Ach, misschien ben ik zelf ook wel zo. Maar we moeten ook luisteren naar anderen. Wat dat betreft, voel ik me aangesproken door wat de Club van Rome twintig jaar geleden publiceerde. Samen moeten we proberen die kwetsbare wereld leefbaar te houden.”
Dat selfmade-man kan hij niet ontkennen. „Ik heb dag en nacht gewerkt.” Hij is duidelijk trots op het resultaat. Fransen wil in 1994 een stap terug doen, de dagelijkse leiding van zijn bedrijf verwisselen voor de functie van president-commissaris. Hoe hij daarna zijn tijd gaat invullen, weet hij nog niet. „Ik ben in ieder geval geen mens die de hele dag met de kleinkinderen gaat spelen. Privéleven is belangrijk, maar ik sta graag in het volle leven, ben graag actief.”
Armoede
Wat is uw drijfveer geweest al die jaren?
„Zonder enige twijfel mijn moeilijke jeugd. Armoede. Dat nooit meer, dacht ik. Ik heb sindsdien de wil om me omhoog te knokken. En geloof me, ik heb keihard gewerkt al die jaren.”
Hij gaat er recht voor zitten.
„Maar nooit met list en bedrog. Ik heb altijd anderen gerespecteerd. Voor mij is dat de enige manier om het zo’n lange tijd, meer dan veertig jaar, vol te kunnen houden. Er zijn er al genoeg in deze wereld die bereid zijn over lijken te gaan. Daar heb ik nooit aan meegedaan. Maar flikken ze me iets, dan ben ik niet gemakkelijk, pak ik ze 33 keer terug. Uit mezelf zal ik zo nooit optreden. Daarom ben ik ook altijd gerespecteerd. Misschien dat ze me daarom wel de eminence grise noemen. Ja, ik word ook de peetvader genoemd, maar dat is vriendelijk bedoeld.”
MIJN MOTTO
Your easy reading is damned hard writing
Nathaniel Hawthorne
RECHTEN
© Teksten: Johan van Grinsven
© Ontwerp: 013 Media
Het auteursrecht van informatie en beeldmateriaal op deze website berust bij de genoemde fotografen of bij Johan van Grinsven. Dit geldt eveneens voor andere illustraties, logo's en dergelijke. Het is niet toegestaan zonder toestemming van Johan van Grinsven (of de andere belanghebbenden) informatie en beelden van deze website te kopiëren, op enigerlei wijze openbaar te maken, te gebruiken, te vermenigvuldigen en/of te bewerken.
RECHTEN FOTO'S
© Foto's: Luuk Aarts, Marc Bolsius, Johan van Grinsven, Frank Trommelen, Frans van Halder, Toine van Berkel, Hetty Meijer, Jon Loek/Team Peter Stigter, Joske en Jip ten Bosch, Kuido Merits, Lara van Grinsven, Lauran Wijffels, Marie-Thérèse Kierkels, Rik Goverde, Robert de Vries, Virginy Joosen, Wieke Hoeke, Persburo Van Eijndhoven/Beeld Werkt, Jack Aarts, Luis Terrazza, AImée de Jongh (illustratie), Toronto Tourism, Fred van Laarhoven, Hans van Alebeek, Thomas Segers, Edwin Diependaal, Henry Kisor, Jean-Luc Rohner, Fotoburo Dijkstra.
FOTO'S VIA UNSPLASH
© Ricardo Alfaro, Robert V. Ruggiero, Wei Zeng, Daniel Reyes, Jonathan Mast, Aaron Burden, Eli Armas, Max Templeton, Wim Bollen, Paul Teysen, Dennis Buchner, Hayo Roskam, Sies Kranen, Malcolm Lightbody, Gio Mikava, Vlado Sestan, Joel Rohland.